Afgelopen donderdag 8 maart was het Internationale Vrouwendag 2018. Internationale Vrouwendag staat elk jaar op 8 maart in het teken van strijdbaarheid en het gevoel van solidariteit van vrouwen overal ter wereld. Het is een dag om te vieren wat er de afgelopen eeuw al bereikt is, en om te vieren dat we vrouwen zijn. Er lijkt veel te vieren in het jaar waarin #MeToo en #TimesUp opkwamen.
In Nederland gaat deze jaarlijkse Vrouwendag (bijna) onopgemerkt voorbij. Is dat jammer of is het een gemiste kans? Hoe dan ook, voor mij hoeft het niet. Ondanks dat ikzelf vrouw ben, heb ik niet zoveel met vrouwen. Dit heb ik al vanaf mijn geboorte denk ik zo maar. Want ja, als je geboren wordt als een nakomertje en je hebt 5 oudere zussen boven je en 1 broer, die het dus verschrikkelijk vond dat er alweer een meid werd geboren…..dan is de toon al gezet.
Het contact met mijn moeder was niet-je-van-het; ik was meer een vaderskindje.
Op de kleuterklas en lagere school werd ik elke dag gepest om mijn uiterlijk, hoe ik was (stil, dromer, zielig?), hoe ik deed en wat ik vooral niet deed en was. Vriendinnetjes had ik amper. Zelfs de nonnen deden niet aardig tegen mij.
Op de MAVO werd het in de eerste twee klassen niet veel beter, in de derde klas kwam ik wat meer voor mijzelf op, maar dat sloeg al snel om in agressiviteit. Figuurlijk (en letterlijk) om mij heen slaan, thuis ook trouwens. Ik werd niet gehoord, niet gezien, niet begrepen. Vooral dat laatste heeft een behoorlijke impact gehad, want vanaf de wieg tot nu begrijpt mijn familie helemaal niets van mij. Eigenlijk weten ze niet eens wie ik werkelijk ben. Laten we het er maar op houden dat er te veel leeftijdsverschil tussen zit.
Er werd van mijn zussen hun kant nooit iets met mij gedeeld, maar dat kan ik best begrijpen. Alleen heb ik dat best gemist. Hun leeftijden zaten dicht op elkaar, zij hadden daardoor meer gemeen met elkaar dan met mij. Ik zat op de kleuterschool toen mijn oudste zus daar kleuterleidster was. Degene die boven mij kwam, zat op de grote school. Geen verhalen onderling over vriendjes, menstruatie en andere belangrijke zaken. Ik heb dat allemaal niet gehad.
Op de televisie zijn 6 afleveringen te zien van het programma “Eindelijk Thuis”. In “Eindelijk Thuis” gaat Daan Nieber op pad met adoptiekinderen en een van hun adoptieouders. Voor het eerst maken ze samen de reis naar het geboorteland.
De aflevering van afgelopen maandag 12 maart bracht mij tranen in de ogen. Het gekke is dat ik mij vaak heb afgevraagd of ik geadopteerd was. Raar natuurlijk (of niet zo raar!), maar ik voelde mij gewoon niet thuis in het gezin waar ik was geboren. Ik leek niet op de anderen qua karakter en ik voelde mij anders. Programma’s als “spoorloos” , welke vanaf 1990 op televisie is, werden door mij altijd bekeken. Ik wist immers nooit of er naar mij gezocht werd, althans, dat hoopte ik altijd.
Maar goed, over dat programma van afgelopen maandag 12 maart…….In deze tweede aflevering van deze 6-delige serie volgden ze Priyani (34) en haar adoptiemoeder Annelies. 31 jaar nadat ze het land als 3-jarig meisje verliet, gaat Priyani terug naar haar geboorteland Sri Lanka. Na een vrij zorgeloze kindertijd worstelt Priyani in haar puberteit enorm met zichzelf en met de mores van het gezin waar ze in is opgenomen. Ze voelt zich onbegrepen en kan niet zichzelf zijn. Het loopt thuis zelfs zo uit de hand, dat Priyani op straat belandt.
Na deze harde leerschool komt ze nader tot haar ouders, maar de relatie blijft moeizaam en afstandelijk. Zowel moeder als dochter willen niets liever dan dichter tot elkaar komen.
De gesprekken die Priyani met haar moeder had, waren harde gesprekken. Over en weer werd verteld hoe erg beiden het hadden gehad, zonder eigenlijk uit te spreken wiens schuld het was geweest. Uiteindelijk kwamen ze dichterbij elkaar en konden ze elkaar begrijpen.
Ik dacht terug aan mijn jeugd, aan het gebrek dat men mij begreep, aan het niet mijzelf kunnen en mogen zijn in het gezin. Eigenlijk liep het bij ons ook uit de hand en ik ging op kamers wonen om te leren voor ziekenverzorgster, wat ik in principe niet had gewild. Ik wilde bezigheidstherapeute worden, maar dat mocht niet. Er waren maar 2 scholen in heel Nederland die deze opleiding gaven, en die zaten niet in de buurt.
Het uitwonen escaleerde…..niet zo verwonderlijk als men mij elke dag in het verzorgingstehuis vergeleek met een van mijn zussen die daar werkte. Zij was een ja-knikker, eentje die totaal geen eigen mening had of voor zichzelf opkwam.
Ik vertrok met mijn hele hebben en houden. Niemand die mij tegenhield, niemand die de armen om mij heen sloeg, niemand die begreep hoe of wat. Begreep ik mijzelf wel? Begreep ik de hele situatie wel?
Ik dacht aan mijn harde leerschool, aan al die enge dingen die mij toen zijn overkomen. Geen contact met wie dan ook, later werd alles in de doofpot gestopt.
Ik heb mij altijd als een geadopteerd kind gevoeld. Ik voel wat geadopteerde kinderen voelen, als zij buiten de boot vallen, als zij niet worden begrepen, als zij zichzelf niet kunnen zijn, als zij daardoor de verkeerde kant opgaan, als zij daardoor in depressie vallen, als er meer vragen zijn dan antwoorden.
Met mijn zussen heb ik al jarenlang geen contact. Ik heb er geen behoefte aan, zij ook niet. Met mijn moeder heb ik jaren geen contact gehad, sinds een tijdje ga ik zo af en toe bij haar langs. We hebben nog steeds geen klik, het gaat over koetjes en kalfjes. Ik vraag nog weleens wat dingen, zoals de vraag of ze trots op mij is omdat ik een eigen spirituele praktijk heb, of wat ik toch maar bereikt heb in het leven, ondanks alle depressies, harde leerscholen en andere narigheden. Dan zegt ze dat ze dat is, maar er zit geen emotie in. Ik laat het zo, ze wordt 94 jaar. Wat ik graag zou willen kan gewoon niet, al hoopte ik daar een aantal jaar geleden nog op.
Met vrouwen kan ik nog steeds niet goed door een deur. Sommige kunnen wel, maar de meeste niet. Ik vind het gros vrouwen gemene wezens. Ik heb te veel gehoord en gezien waarvan ik weet dat ik hier gelijk in heb. Ooit een yogaweekend meegemaakt (met de yoga groep waar ik toen op zat); er waren 2 mannen en de rest was vrouw. Voor mij werd het weekend een groot drama!
Ik vind vrouwen vaak eenzijdig; op de vroegere verjaardagen waar ik kwam alleen maar over kinderen kunnen praten en verder is er niets interessants aan onderwerpen te verzinnen.
Ik die geen kinderen heb, zat er dan verloren tussen. Begon ik over iets anders, werd dat al snel afgekapt. Of als ik toch een mening had over kinderen, dan werd er gezegd dat ik er toch niets vanaf wist, omdat ik ze niet had. Maar ik mocht wel als oppas fungeren.
Er zijn de laatste jaren vrouwen in mijn leven gekomen die ik graag mag. Dus mocht je dit lezen en we hebben contact, weet dan dat we dat hebben omdat ik je leuk, aardig, moedig, warm, mooi en speciaal vind.
Mijn voorkeur gaat wel uit naar dieren. De liefde die dieren geven, zijn onvoorwaardelijk. Zij geven er niets om hoe je bent, hoe je eruit ziet, hoe je doet, wat je bent. Nee, zij houden van je zoals je bent. Dieren zijn eerlijk, ik ben eerlijk, te eerlijk omdat ik vaak zeg wat ik denk. Dat wordt vaak niet als dank afgenomen of men wordt daar boos over. Dieren worden niet boos. Ik leer meer van mijn dieren dan van de mens waar ik mee opgegroeid ben.
Het leuke is dat ik als klein kind in een ledikantje lag (op de foto ben ik 1 jaar) met daarop een tekening van Roodkapje en de (boze) wolf. Met de wolf heb ik altijd nog een connectie, hij staat samen met mij op mijn visitekaartje en op mijn website. Met kerst 1965 zie je mij op een foto met mijn moeder bij de Kerststal met een schaapje in mijn hand. De derde foto spreekt voor zich. Dieren waren al heel vroeg in mijn leven., zonder dieren is mijn leven niet compleet.
Maar…….vrouwen en het adoptiegevoel, het zal altijd een vraagstuk in mijn leven blijven. Gelukkig een stuk luchtiger dan vroeger het geval was. Eens word ik wijs…..