Lang, lang geleden. Zorra, mijn meisje. Eigen fok, verkocht met aanbetaling. Het overige geld kwam maar niet, en ik hoorde geen goede verhalen. Je was zo op dat moment ongeveer 16 weken.
Ik heb je “baasje” gebeld, ze nam op; ik erheen.
Ik heb je meegenomen en later bleek wel dat je mishandeld was. Als ik de krant of gids maar oppakte dan dook je in een. Op straat was alles eng. Je hing ook een keer in de arm van de buurman 3 huizen verderop. Shirt kapot en een gaatje in zijn arm. Reden: hij liep tegen mij aan en nee, dat pikte je gewoon niet.
Heel voorzichtig heb ik je alles geleerd; we hebben op school gezeten en je kreeg best goede cijfers. We hebben samen gefietst, je hebt het diploma VZH (verkeerszekere hond) gehaald en nog andere diploma’s. Maar ergens bleek er wel iets beschadigd en zo kwam het dat je nooit los kon lopen.
Je wilde door niemand uitgelaten worden behalve door mij. Dat was heel onhandig als ik bijv. ziek was of ik moest werken. Mijn ex vond jou niet zo en jij moest hem ook niet. Maar hé, hij was er meer niet dan wel. Had ik maar eerder naar je geluisterd! Dan had ik de knoop eerder doorgehakt!
Na de scheiding kwam ik op een flatje te wonen, gelukkig met tuin. Ooievaarstraat 7 in Hilversum, het bestaat niet meer. Mijn flatje begane grond was achter die grote groene boom. Ik heb geen foto van de voorkant kunnen vinden in archieven. Zelf heb ik ook geen foto’s, want niets was nog digitaal. Ik spreek natuurlijk wel over jaren en jaren terug, 1998. Ik moest voor mijzelf zorgen en dat betekende hele dagen werken. Savannah en jij gaven geen kik, jullie wisten het gewoon. En Eikeltje? Aan die had je totaal geen kind!
In die tijd stond ik op, ging naar mijn werk, kwam thuis, liet jullie uit en ging naar bed. Eten schoot er vaak bij in, ik had er geen zin in. Ik was toen al depressief bleek later. Ik sliep de weekenden door; ik werd alleen wakker als ik jullie moest uitlaten. Daarna kroop ik weer in bed, jullie lekker altijd bij mij. Bijslapen van de hele week werken. Want met reuma en andere ongemakken was het eigenlijk niet te doen. Maar ja, er moest geld in het laatje komen. Ik moest overleven!
In 1998/1999 dacht ik aan doodgaan en op een geven moment had ik de kans. Ik zat namelijk op een boot van mijn werkgever en ik dacht: als ik mij nu in het kolkende water laat vallen, dan verdrink ik. Liever in het water dan tegen de trein, zullen we maar zeggen.
En toen ik op het punt stond om het te gaan doen, zag ik jullie zitten. Jij Zorra en Savannah, wachtend op mij tot ik weer thuis zou komen. Een soort van film kwam in mijn hoofd en ja, toen brak ik en zag er vanaf.
En toen kwam Bouke van der Ploeg in mijn leven. Vanaf vrijwel direct mocht hij je uitlaten, samen met Savannah. Vooral Zorra voelde aan hoe goed Bouke wel was. Maar Savannah voelde zich ook heel veilig bij Bouke en ik ook! Hij is mijn alles geworden!
Mijn lieve Zorra. Ik heb geen foto’s meer van je dan deze en een grotere in een lijst. Die krijgt nog een mooi plekje in ons huis.
En Eikeltje mag ik uiteraard niet vergeten. De maffe je-weet-wel-kater die gewoon op een hete kachel ging liggen; die op het aanrecht sprong zo op de keramische plaat. Die mollen en grote vogels meenam door het kattenluikje. Eikeltje, die gewoon zijn eigen leven had en zich niet stoorde aan anderen. Er staan nog filmpjes van hem op YouTube, Klik hier.
Nog even over Zorra en Savannah. Jullie hebben mijn leven gered, daarom staan jullie ook op mijn linkerarm met jullie namen en de Regenboogbrug. Want toen deze tattoo gezet werd waren jullie er al niet meer. De overige honden en Eikeltje staan op mijn rug.
Ik mis je, ik mis je elke dag. Ik weet nog goed Zorra, hoe je op mijn schoot lag. Heerlijk op de bank, saampjes bij Bouke, met wie ik intussen samenwoonde in zijn huis. Je lag altijd op schoot als het even kon. Je sprong op een gegeven moment van mijn schoot om wat te drinken, er klonk een gil en weg was je.
Savannah stond erbij, ik was helemaal over mijn toeren, Bouke schrok. Ik heb de dierenambulance gebeld en Jan die ik nog kende van mijn tijd bij de dierenambulance, heeft haar meegenomen. Savannah vond dat geen goed idee en hapte in zijn enkel. Ik, ik bleef achter, overdonderd, groot verdriet. Mijn meisje……weg.
Savannah heeft het heel moeilijk gehad, net zoals ik. Ze heeft zeker 2 weken lopen zoeken, at nauwelijks en was depressief. Na 3 weken was dat over en ging je over op de orde van de dag. Dat doen dieren dus, die rouwen en daarna is het klaar. Mensen zijn wat dat betreft wat ingewikkelder.
Op een keer in een nacht gebeurde er iets moois. Ik werd wakker, zag mijzelf naast mij liggen; dat is natuurlijk al gek. Maar opeens stond jij daar en ik kon je nog even aanraken. Ik voelde je, al kon dat echt niet. Het heeft een afscheid moeten zijn, dat ik het kon verwerken, dat het goed was zo. Ik kon de wereld alleen aan, vertelde je mij. Je kan het! je hebt mij niet meer nodig.
Dank je voor die jaren dat we samen mochten zijn. Dat je mij spiegelde, al wist ik toen natuurlijk nog niet van dat bestaan af. Je vertelde mij constant dingen maar ik hoorde je vaak niet, of wilde het niet horen. Je liet mij voelen dat Bouke oké was, dat het allemaal wel goed zou komen. En op een aantal dingetjes na, (lichamelijke en geestelijke gezondheid) heb ik het overleefd en ben ik gelukkig.
(©) Angela van der Ploeg – 21 februari 2023